Carina Michiels vertegenwoordigde als enige het “zwakke” (?) geslacht op dit tweedaagse kampioenschap. In de 400 m bij de dames W45 werd ze 7de in een tijd van 70”52. Op hetzelfde nummer bij de heren M45 finishte Bart Van Laer als 3de in zijn reeks met een eindtijd van 59”34.
Bij de heren vielen de 4 zilveren medailles allemaal in het KAPE-mandje tijdens verschillende loopnummers. Walter Van Boven kwam bij de heren M55 traditiegetrouw uit in de korte sprintnummers. Op de 100 m klokte hij als tweede af met een tijd van 13”49, op de 200 m kwam hij op dezelfde plaats uit met een tijd van 29”46, goed voor een dubbele zilveren medaille om de hals. Lucien Poppe nam in dezelfde leeftijdscategorie het langere werk voor zijn rekening. Op dag 1 kwam hij uit op de 800 m na 2’27”27 over de twee baanronden. Een dagje later stond hij in Beveren monter aan de start van de 5000 m. Een tijd van 19’24”63 leverde hem een tweede zilveren medaille op twee dagen op.
En dan moest de knaller nog komen. Bij de masters M45 ging Peter Van den Eynden voor de dubbel bij de werpnummers. In het kogelstoten was één worp van 12 m 64 voldoende voor de Belgische titel. Even later was het weer bingo, maar dan bij het discuswerpen. Met 41 m 94 mocht hij ook daar de gouden medaille omhangen, met ruim 6 meter voorsprong op de nummer twee. Een gouden dubbelslag … en een leuke toevoeging aan de lange lijst Belgische kampioenen bij de Kapelse club.