Gezamenlijk bedrijfsvervoer succesrijk maar toch achteruit

De I-bus (of industrie-bus) is een initiatief van een zestal bedrijven aan de Scheldelaan en aan de overkant in de Waaslandhaven om gezamenlijk busvervoer voor het personeel in te richten. Vorig jaar werden 350.000 gebruikers geregistreerd. Een succes, maar toch ging het vervoer met 10 procent achteruit.

Een van de tientallen bussen wacht op de hub bij Evonik op werknemers die naar huis rijden.
Een van de tientallen bussen wacht op de hub bij Evonik op werknemers die naar huis rijden.

De cijfers werden meegedeeld tijdens de jongste bijeenkomst van de Adviesraad Chemische Bedrijven in de Martinushoeve te Zandvliet.  Monsanto, Degussa (nu Evonik) en Solvay richtten in 2010 het I-busproject in samen met Bayer, Ineos, en Lanxess. Het personeel van deze zes bedrijven kan gratis meerijden vanuit de zeer brede regio Antwerpen-Waasland naar en van het werk. Er worden dagelijk 29 dagbussen en 12 shiftbussen ingeschakeld. Ook interim-werknemers en jobstudenten van deze deelnemende bedrijven zijn welkom op de I-BUS.
Verre lijnen best bezet
Dat dit gemeenschappelijk vervoer achteruitgaat wijten de initiatiefnemers aan het feit dat toch nog heel wat mensen de eigen wagen blijven gebruiken om sneller thuis te zijn (de I-bus wacht soms tot 20 minuten bij de bedrijven om laatkomers op te pikken). Ook de fiets en het ‘spanrijden’ (carpooling) houden personeel weg van de bussen. Bij Monsanto komen bij voorbeeld zo’n 70 tot 75 medewerkers op de 750 met de fiets, terwijl ongeveer 30 auto’s gebruikt worden om samen te rijden. Opvallend is dat de bussen die van zeer ver komen (bij voorbeeld Oostmalle, Essen, Lier), best bezet zijn en dat ook het vervoer vanuit het Waasland erg succesrijk is. Dat laatste komt onder meer doordat de busreizigers geen tolgeld moeten betalen in de Liefkenshoektunnel. (sdl)

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *