Politiezone Noord ondersteunt agenten met trauma-ervaring

bin moretus
Wie hulp nodig heeft, belt de politie. Slachtoffers kunnen rekenen op de professionele opvang van het politieteam slachtofferhulp. Maar wie stelt zich wel eens de vraag waar een agent terecht kan wanneer hij beroepshalve is betrokken bij ernstige feiten? Bij wie kan hij of zij terecht? Er is inderdaad het federale stressteam, maar de drempel is voor vele agenten erg hoog.
Politie Zone Noord heeft die vraag beantwoord door een lijvig document uit te werken. “Draaiboek Opvang van collega’s na traumatiserend incident”.  De politiezone is hiermee bij de koplopers in ons land. Commissaris Gert Verstraete ligt mee aan de basis van dit werkstuk.
“We zijn blij dat we in onze zone niet dikwijls zware incidenten hebben, waarbij onze mensen een trauma oplopen. Waarschijnlijk heeft het daarom zo lang geduurd voor we aan de slag gingen om trauma-opvang helemaal uit te werken”, zegt Gert Verstraete.
“Directe aanleiding was een schietincident vorig jaar. Enkele collega’s die er direct bij betrokken waren, hadden het er achteraf heel moeilijk mee. Uiteraard werden ze intern opgevangen. Maar wat na de eerste opvang? Een antwoord hadden we niet meteen. Zo groeide het idee om een zo volledig mogelijk draaiboek samen te stellen. Navraag bij andere zones leerde ons dat zo’n draaiboek bijna nergens bestond. Dus begonnen we er zelf maar aan”, legt commissaris Verstraete uit.
Het denk- en schrijfwerk resulteerde in een draaiboek van meer dan tweehonderd pagina’s. “Niet alleen de directe opvang is van belang, maar ook wat daarna moet gebeuren. Dan denk ik bijvoorbeeld aan alles wat te maken heeft met verzekeringen. Welke administratie is nodig? Welke documenten moet je zeker wel of niet invullen? Heel veel vragen die het gevolg kunnen zijn van een traumatisch incident worden nu beantwoord”, licht het toe.
Trauma’s worden niet alleen veroorzaakt door schietincidenten. Gert Verstraete illustreert met een voorbeeld. “Bij een drugscontrole prikt een agent zich aan een drugsnaald. Banaal op het eerste gezicht, maar de collega weet op dat moment niet of hij al dan niet besmet is met het Hiv-virus. Pas na enkele maanden bestaat daarover zekerheid. Dat zorgt voor angst, onzekerheid, stress. Hier is begeleiding nodig.”
“Na elk incident volgt een psychologische debriefing. Dat is voor onze agenten belangrijk. Daarnaast is er ook een technische debriefing. Hier gaan we het incident bespreken. Wat is er gebeurd? Is er te vroeg of te laat pepperspray gebruikt. Waarom?  Aan de hand van wat we daar leren, kunnen we onze mensen steeds beter begeleiden.”
Elke agent krijgt het werk  gedigitaliseerd. Er zitten ook alle mogelijke links in naar wetteksten, documenten of verzekeringspapieren. “Deze bundel is de startversie. Nu is het een kwestie van bijsturen”, aldus nog de commissaris.
foto: rechts commissaris Gert Verstraete bij de ondertekening van Bin Moretus

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *