Minister Schauvliege doekt Stabroekse polder op

Op voorstel van Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur Joke Schauvliege besliste de Vlaamse Regering zopas om de polder van Stabroek op te heffen. Wateringen zijn openbare besturen die binnen hun gebied verantwoordelijk zijn voor het waterbeheer. “De opheffing van inactieve en kleine polders ontlast gemeenten en provincies van overbodige administratie en verbetert de dienstverlening naar de burger”, zegt Schauvliege. Begin 2009 waren er nog 100 polders en wateringen in Vlaanderen. Dat aantal is ondertussen teruggebracht tot 65.
Polderbestuur akkoord
De opheffing van de polder van Stabroek gebeurde met akkoord van het betrokken polderbestuur, de provincie Antwerpen, de stad Antwerpen en de gemeente Stabroek. De polder van Stabroek beheerde 815 hectare en een kleine 12 km aan onbevaarbare waterlopen eerste en tweede categorie. Het vermogen van de opgeheven polder wordt verdeeld onder de provincie Antwerpen, de stad Antwerpen en de gemeente Stabroek naar rato van het aantal kilometer te beheren waterlopen, en wordt aangewend voor het beheer van de waterlopen binnen het ambtsgebied van de opgeheven polder.
Herschikking
Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege: “Sinds 2009 hebben we het versnipperde landschap van polders en wateringen herschikt. We doen dit door fusies van nog goed functionerende besturen te stimuleren en kleine, geïsoleerde en inactieve polders en wateringen op te heffen.”
Eerder werden in de provincie Antwerpen al de polders Oud- en Nieuw-Noordland, de Polder de Koebeemden, de Verenigde Polders van de Midden-Neet, de Watering De Goren, de Watering der Zegge (Olen, Kasterlee, Geel) en de Watering der Zeven Heerlijkheden (Mol) opgeheven.