Bij yachtclub Scaldis was men op alles voorbereid. In de deur van het lokaal en in de poort van de botenloods waren schotten geplaatst. “Er is geen zware stormwind, dus moeten we niks vrezen”, zei Carl Wouters, een van de actieve leden. Een vlottende steiger, bruikbaar voor bezoekers en waterscooters, was tijdens de nacht losgeraakt en op de kaai terecht gekomen. Hij werd bij hoog water door zeiler Philip Bourlet op zijn plaats geduwd en vastgemaakt. Vanop de dijk bij het tolhuisje werd het tafereel overschouwd. De mensen van aannemer Heye, die de wacht hielden bij de havenpoort, bliezen even na vieren de aftocht. Zij hadden geen alarm moeten sturen naar Waterwegen en Zeekanaal, noch naar de brandweer aan de Scheldelaan. Wie dacht dat een scenario als in 1953 zou uitgerold zijn kwam bedrogen uit. In Lillo verdronken toen drie mensen nadat een lage, nog steeds bestaande dijk was doorgebroken. (sdl)

