Op vrijdag 11 november werd in Hoevenen om 9.15 uur verzameld aan de kerk, Frans Oomplein, voor de herdenking van de slachtoffers van beide wereldoorlogen.
Een weinig later was iedereen aanwezig en begaf men zich in stoet naar het monument van de gesneuvelden, vooraan in de Molenstraat.
Zoals de vorige jaren was het nu ook de Koninklijke Fanfare Putte Grens die de stoet muzikaal begeleidde. Naast de burgemeester, het voltallig schepencollege en leden van het gemeentebestuur was er ook een delegatie van de Vrijwillige Brandweer en politie. Directrice en leerkrachten van de gemeentelijke basisschool “De Rekke” en verscheidene schoolkinderen waren er ook bij, de meeste vergezeld van ouders of grootouders. Terwijl de fanfare het ontroerende “Amazing Grace “ speelde legden de kinderen bloemen neer, daarna weerklonk de “Last Post”. Pastoor Fons Van Loenhout vertelde over de kunstenares Käthe Kollwitz wier beeld “Het treurende ouderpaar” zich bevindt op de Duitse militaire begraafplaats te Vladslo. Käthe werkte evenveel jaren aan het beeld als het leven van haar zoon Peter had geduurd, nl. 18 jaar. Hij was één van de eersten die sneuvelden in de eerste wereldoorlog. Het groeide uit tot een aangrijpend symbool van het verdriet om alle slachtoffers van deze verschrikkelijke oorlog. Burgemeester Alida De Bie dankte op haar beurt iedereen die de moeite gedaan had om bij deze herdenking aanwezig te zijn. Ze herinnerde aan de vele slachtoffers van beide oorlogen die er ook in onze gemeente te betreuren waren. Tijdens de tweede wereldoorlog waren er hier door de V-bommen meer burgers die het leven lieten dan tijdens de eerste. Ze nodigde ook iedereen uit om na de plechtigheid in Stabroek naar de zaal Moorland te komen voor de receptie, aangeboden door het gemeentebestuur. Na het spelen van De Vlaamse Leeuw en het Belgisch Volkslied was de herdenking voorbij. De fanfare begeleidde de optocht terug tot aan de kerk. De leden van het gemeentebestuur namen daarna afscheid om tijdig in Stabroek te zijn voor de herdenking aldaar.
L.V.R.