BERENDRECHT – Raadslid Marc Maes (N-VA) had het tijdens de jongste districtsraad over financiële ondersteuning van de bewonersgroepen. “In 2016 werd Opsinjoren omgevormd tot Stadsmakers voor het ondersteunen van activiteiten en projecten van inwoners, bewonersgroepen met als doen buren bij elkaar brengen en het sociale weefsel in de straat, buurt of wijk versterken. Ook in ons district worden talrijke activiteiten en projecten van bewoners en bewonersgroepen financieel en logistiek ondersteund zoals speelstraten, buurtfeesten en Lentepoetsacties. Het is eigen aan álle culturen dat samenkomen, gepaard gaat met een hapje en een drankje en dat is nu eenmaal de makkelijkste manier om mensen samen te brengen”, aldus Maes.
“Vijf jaar geleden werd beslist dat bewonersgroepen tot 2 maal per jaar een financiële ondersteuning van 300 euro kunnen aanvragen. Sinds 2022 worden die activiteiten gefinancierd onder de noemer Buurtmakers. Op het vlak van werking en ondersteuning verschillen bewonersgroepen van andere verenigingen zoals jeugdbewegingen, muziekverenigingen, ganzenrijders of sportclubs: die naast de werkingssubsidie die ze van het district ontvangen, een deel van hun werkingskosten dekken door bv lidgelden, eetfestijnen of tombola’s. Bewonersgroepen zijn exclusief aangewezen op de steun van het district. Maar de 300 euro die in 2019 voorzien werd per activiteit beantwoordt niet meer aan de financiële realiteit van vandaag. Omgerekend naar de huidige levenskost zou dit bedrag moeten opgetrokken worden tot minstens 365 euro”, vult Maes nog aan.
Marc Maes vraagt of het bedrag van de financiële ondersteuning kan aangepast worden aan de inflatie en reële kost van vandaag. Hij wil ook weten of het huidige districtsbestuur deze optie kan bestuderen, zodat er in 2025 een aanpassing kan gebeuren van het huidige reglement.
Districtsschepen Rudi Sempels laat weten dat alle ondersteuningsreglementen bekeken moeten worden, maar het aan het nieuwe districtsbestuur om hierin de nodige beslissingen te nemen, ook rekening houdend met de budgettaire ruimte in het nieuwe meerjarenplan 2026-2031.
evdw