Kapel van de Klos wordt gerestaureerd



Zaterdagmorgen 24 november zijn aannemer Kim De Vresse uit Berendrecht en timmerman Koen Cassimon uit Stabroek begonnen met de restauratie van de Kapel van de Grote Klos in Zandvliet. Zij werden daarbij geholpen door Jorn Van der Cloot die het Poldermuseum en de Heemkring vertegenwoordigde. Jorn had zakken meegebracht om het puin dat zich in de kapel bevindt op te ruimen. De aannemer en de timmerman hadden hout en pannen bij. Zij sponsoren alle materialen en doen het werk gratis. Aanvankelijk was gedacht de karwei in twee dagen af te maken, maar nu denkt het tweetal om vanavond al te eindigen. Het binnenwerk (bepleistering en “altaar”) zal later gebeuren omdat het te koud is. Er zal ook een deurtje in de kapel geplaatst worden om te beletten dat er binnengedrongen wordt. Een of ander beeld zal ook van pas komen. Aanvankelijk wilde de Heemkring van de Antwerpse Polder met geld bijdragen in de restauratie, maar later werd besloten om een bord met info aan te brengen. Mogelijk wordt ook de tekst van het “Mieke den Duvel” tegen een van de muren gehangen. Nog slechts weinigen kennen deze belezing die wat op een gedicht van Van Ostayen lijkt.
Van schepen Sempels, initiatiefnemer van de restauratie, vernamen wij nog dat Natuurpunt aangeboden heeft het paadje naar de kapel (langs de A12) aan te leggen. Het kan dan gebruikt worden door bezoekers. Er wordt vooral gerekend op mensen die een rally inrichten. Sempels had aanvankelijk gedacht aan de jeugd maar van die kant kwam geen enkel geluid.
Belezing
“Mieke den Duvel, schaarpe tet. Z’is gevallen in ’t Sjimmenas. Dat is doar achter in de straat. Waar dat de poemp stoat. Waar dat den bloasbalk tegen ’t hol van ’t gat omhoog slaogt. Waar da Jacobus Pallemans arriveerde mejen trekschuit vol gelas. Nakend en bloot, een koppel ijzeren pinnen onder heur voorpwoote geslagen tegen ’t uitschuiven oep ’t gelattig ijs. Da sting bescheten en beschreven deur d’hemslippe en d’oonderbroeke. Dat dis wiggem waggem broodzak paladijn. Dat is van den auwe en de nieve gezindte. Oos vaoder docht dat doenker was en de maon die scheen. Amen
Ratten
In zijn tijd kreeg de Klos veel volk over de vloer. Dat waren vooral mensen die tand- of keelpijn hadden. Ze kwamen van heinde en ver, ook uit Noord-Brabant. Om ze in stemming te brengen, graaide Klos onder zijn beddenbak waar hij twee ratten gevangen hield. Hij had de beesten hun tanden uitgetrokken, zodat ze niet meer konden bijten. Daarom ook voerde hij hen met brood dat in melk gedoopt was. Door de ratten onder de neus te brengen van zijn “patiënten” schrokken deze en waren ze bekwaam om mee naar de kapel te trekken en de belezing te ondergaan. (sdl)  
      
 

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *