STABROEK – In Stabroek vond op 11 november op het Kerkplein een herdenkingsplechtigheid plaats ter ere van de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, ook wel bekend als ‘De Groote Oorlog’, en de Tweede Wereldoorlog. Voorafgaand werd een eucharistieviering gehouden in de Sint Catharinakerk, opgedragen door deken J. Barzin.
Na de eucharistieviering begaven de aanwezigen zich naar het oorlogsmonument op het Kerkplein, waar burgemeester Rik Frans een krans legde ter ere van de overledenen. Burgemeester Frans droeg vervolgens het gedicht “For the Fallen” van Laurence Binyon voor, ook wel bekend als de Ode of Rememberance. De Koninklijke Fanfare Verbroedering bracht een muzikale omlijsting met Amazing Grace, Last Post en zowel de Nationale Hymne als de Vlaamse Leeuw. De jongeren van de Vrijwillige Brandweer van Stabroek gaven de plechtigheid extra betekenis door een eresaluut te brengen.
. De jongeren van de Vrijwillige Brandweer van Stabroek brachten een eresaluut
De Koninklijke Fanfare Verbroedering zorgde voor een muzikale omlijsting.
In stoet ging het richting zaal Moorland
Na de ceremonie op het Kerkplein werden de genodigden verwelkomd in zaal Moorland voor een receptie. Burgemeester Rik Frans hield een toespraak waarin hij de nadruk legde op de noodzaak om de lessen uit het verleden in herinnering te houden. Hij benadrukte hoe belangrijk het is om te herdenken, en hoe herdenken ons bewust maakt van de ware betekenis van vrijheid. “Wapenstilstand van 11 november was geen eindpunt,” sprak Frans, “maar een beginpunt van een voortdurende strijd voor vrede, rechtvaardigheid en verzoening. Een strijd die niet alleen met wapens wordt gevoerd, maar ook met woorden, daden en idealen.” De burgemeester benadrukte dat deze strijd een gezamenlijke verantwoordelijkheid is en dat het begint bij elke persoon zelf: “Wat heb jij gedaan voor die vrijheid?” vroeg hij aan zijn toehoorders.
Frans riep op om waakzaam te blijven voor vormen van geweld en onrecht, zoals etnisch-religieus geweld, racisme, en maatschappelijke uitsluiting. Hij waarschuwde voor de gevaren van fundamentalisme en terrorisme, die in een verdraagzame samenleving geen voedingsbodem mogen vinden. Hij sloot af met een oproep tot bescherming van de democratische beginselen die de rechtsstaat in stand houden en die een onmisbaar fundament vormen voor een vrije samenleving.