Oude schouwtegel met Stabroekse symbolen

oude-tegeltjes


Berendrecht – In de schaduw van de historische buitenmolen woont Pieter Linders met zijn gezin. Het koppel kocht een tijdje geleden deze oude woning en startte stapsgewijs met de renovatie ervan.
“In een van de kamers moest een oude schouw afgebroken worden. Mijn vrouw en ik vonden dat niet erg, want echt mooi vonden we die donkere schouw eigenlijk niet. Het enige wat opviel was deze kleine tegel”, zegt Pieter Linders.
Daarop staat een afbeelding van een karwiel, waarin echter een stuk ontbreekt. Er is ook een knolvrucht met loof te zien.
Navraag bij buren en vrienden leerde hen dat de symbolen op het tegeltje waarschijnlijk verwijzen naar de Sint-Catharinaparochie in Stabroek. Pieter Linders nam geen genoegen met deze algemene en eerder vage verklaring en zocht een meer onderbouwde uitleg. Zo kwam hij terecht bij het Polderheem, het driemaandelijkse tijdschrift van de Koninklijke Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder.
“De verwijzing naar de Stabroekse parochie kan kloppen. Stabroek stond vroeger bekend als het dorp waar veel ajuinen werden geteeld. De bijnaam van de Stabroekenaars, de ajuintrappers, verwijst nog naar die landbouwactiviteit van weleer”, legt Hugo Vermeiren van Polderheem  uit. In dezelfde gemeente is er ook een Sint-Catharinaparochie.
Martelares
Catharina kwam volgens de oudste overlevering uit een roemrijk patriciërsgeslacht. Zij was de dochter van Costus, de gouverneur van Alexandrië rond 300 na Christus. Ze bekeerde zich tot het christendom. Nauwelijks had ze dat gedaan, of keizer Maximus verliefd op haar. Omdat ze weigerde in te gaan op zijn huwelijksaanzoek, dwong hij Catharina om haar geloof af te zweren.  Ook dat weigerde ze. Daarom wilde de keizer haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad, getroffen door de bliksem. De keizer wilde haar daarop laten verbranden, maar het vuur waaide uit en verbrandde enkel de beulen. Maximus liet de martelares dan maar onthoofden. Uit haar halswond stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde. Haar lichaam werd door engelen naar de Sinaïberg gebracht, waar het rond het jaar 800 door pelgrims teruggevonden werd. Naast de berg werd later het Katharinakloostger gebouwd.
Vanwege het gebrek aan betrouwbare historische bronnen werd Catharina in 1969 niet meer opgenomen in de heiligenkalender. In 2001 is zij weer teruggekomen op het Martyrologium Romanum. Dat is de is de officiële, maar onvolledige, lijst van de martelaren en heiligen die door de katholieke kerk erkend worden.
Wie heeft nog tegels?
De vondst van Pieter Linders maakte ook Hugo Vermeiren nieuwsgierig. “Van een keramiekkenner vernamen we dat deze tegel gemaakt is in een Brusselse tegelbakkerij in de jaren vijftig van vorige eeuw. Het gebeurde toen meer dat tegelbakkers een serie maakten waarin gemeentelijke of stedelijke symbolen werden verwerkt. Hoe die tegel in de polder geraakte en wie hem plaatste, willen we graag weten. Lezers die ook zo’n of gelijkaardige tegels hebben, mogen contact opnemen met ons. In het volgend nummer van Polderheem brengen we hopelijk een bevredigend en gedetailleerd antwoord”, zegt Hugo Vermeiren. Info :  hugovermeiren1@telenet.be
Foto’s W&FErik Vandewalle

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *