Poldermuseum opent met thematentoonstelling ‘Dré Van Eyken, de Polder-Breughel’

Willy Van Eyken met links naast hem, echtgenote Els Dupuis, Bob Van Eyken met links naast hem zijn echtgenote Suzanne De Lie en rechts hun zoon Vincent

LILLO – Sinds 1999 brengt de Koninklijke Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder in samenwerking met het Poldermuseum in een jaarlijkse tentoonstelling diverse facetten van het polders leven in beeld. De editie 2024 is getiteld: Dré Van Eyken, de ‘Polder-Breughel’.

De tentoonstelling werd officieel geopend door districtsburgemeester Carl Geeraerts


Tijdens de opening van de tentoonstelling, op zaterdag 23 maart, schetste Bob Van Eyken het levensverhaal van zijn vader Dré.

Dré of Dray Van Eyken werd geboren in Zandvliet in 1925. Omdat toen de aktes nog met de hand werden geschreven door het gemeentepersoneel, is er ooit een discussie ontstaan over de geboortedatum: was het nu 5 of 3. “Mijn vader moet dan gezegd hebben: “houdt het maar op 3 oktober omdat mijn naam Dray is, wat trekt op drei, en zo werd 3 oktober zijn officiële geboortedatum”, zegt zoon Bob. “Ook zijn achternaam Van Eyken ondervond in de loop ter tijden wijzigingen, aanvankelijk was het Van Eycken met een c, en zo zijn tal van zijn tekeningen gesigneerd, in de loop der jaren is het Van Eyken zonder c geworden. Hij overleed al op 55-jarige leeftijd op 8 juli 1981 in het Sint Augustinusziekenhuis te Wilrijk”.

Dré begon zijn beroepscarrière in de scheepvaart: eerst als visser, later op de grote omvaart. Hij voer de halve wereld rond en meerde aan in tal van havens in Afrika en Zuid-Amerika.  Dré huwde in 1953 met  Maria Huygen. Het echtpaar kreeg een tweeling Bob en Willy. Na zijn huwelijk ging Dré aan de slag als grondwerker, timmerman en later als schilder/behanger. Hij heeft tal van huizen in Zandvliet en Berendrecht voorzien van nieuw behang, tapis-plein of een laagje verf. “Onlangs heb ik vernomen dat hij op de plaatsen waar hij schilderwerken had gedaan, hij in de dakgoot zijn initialen A.V.E. schilderde. Vermoedelijk is op de bestaande dakgoten van rond de jaren ’50 -’70 dit opschrift nog te vinden”, aldus Bob.

Kunstenaar
Diep in zijn hart was Dré een kunstenaar.  Omdat het in die tijd moeilijk was om als kunstenaar inkomen te verwerven, en hij liever kunstwerken wegschonk dan er geld voor te vragen, beoefende hij zijn kunst als hobby uit. Zijn creativiteit bestond uit boetseren, beeldhouwen, houtsnijwerk, maquettes maken, tekenen en schilderen. Hij trachtte zijn talent nog te verbeteren door zelfstudie. Voor zijn beeldhouwwerken en boetseren bracht hij geregeld een bezoek aan een pottenbakker. Voor het tekenen volgde hij een schriftelijke cursus aan de academie van Antwerpen.

Dré schilderde ook wapenschilden, o.m. van de verdwenen Polderdorpen, die  te vinden zijn in de inkom van het Poldermuseum. De bron van zijn creaties was het leven van de gewone man en vrouw in onze polderdorpen. Hij schilderde en tekende volksfiguren en gebruiken in de polder, zoals afbeeldingen van de kermissen, de markten, het leuren met garnalen en krekels, het werken op het land, het feesten ….  Toen de dorpen moesten wijken voor de vooruitgang, er kwamen dokken en fabrieken in de plaats, schilderde Dré het schrille contrast tussen het vroeger leven in de polder en de moderne tijd, gesymboliseerd in zijn werken “De teloorgang van de polder” en “Brave Zander”.  Zijn schilderij met de vele spreekwoorden en gezegden van Pieter Breugel de Oude en zijn werk “De Kinderspelen”, zorgde ervoor dat zijn goede vriend en gewezen hoofdredacteur van De Polder, wijlen Staf De Lie, Dré de ‘Polder-Breughel’ noemde.
Dré was ook met zijn werken nauw betrokken bij de samenstelling van de eerste heemkundige tentoonstelling ‘Zandvliets verleden’.

Bij de inrichting en opstart van het Poldermuseum in Lillo-Fort, na de gedwongen verhuis uit Wilmarsdonk, was Dré een drijvende kracht. In 1969 werd hij dan ook conservator van het museum. Dré was een ‘duivel-doet-al’. Hij drukte zijn stempel op de werking van het Poldermuseum en de Koninklijke Heemkundige Kring van de Antwerpse Polder.  Frans Yzermans, voorzitter van de Koninklijke Heemkundige kring had in zijn toespraak dan ook lovende woorden voor Dré.


In opvolging van Wim Goossens, verwelkomde Rudi Sempels als voorzitter van het Poldermuseum de talrijke aanwezigen. “Tijdens de wintermaanden, wanneer het Poldermuseum gesloten is, gebeurt er veel achter de schermen. Er worden herstellingen uitgevoerd, nieuwe giften opgehaald er volgt een grote schoonmaak…. Een hele klus met zoveel kamers en vitrines. We vormen één team met een hart voor onze geschiedenis”.  “We kregen een oude toog uit een café in de Polder, en daardoor broeide de idee om van het cafeetje een complete make-over te maken. We hebben helaas de deadline, de heropening van het Poldermuseum, niet gehaald.  Maar het komt in orde!” Tenslotte somde Sempels nog enkele activiteiten op waaraan het Poldermuseum deelneemt, nl. De Erfgoeddag van 21 april met als thema ‘Thuis’, Lillo Boekenmarkt en de Sjachermarkt, maar ook op de Open Monumentendag in september.
Districtsburgemeester Carl Geeraerts: “Als districtsbestuur is het een eer om samen te werken met deze gedreven mensen. We zullen in de volgende legislatuur ijveren om meer aandacht te geven aan het verfraaien van het museum. Het werd tijd dat Dré Van Eyken ook eens tussen Polderse tulpjes werd gezet. Net zoals zovele polderzonen en polderdochters voor en na hem, hield Dré zich bezig met wat hen nauw aan het hart lag, het Polders erfgoed.

De thematentoonstelling: Dré Van Eyken de ‘Polder-Breughel’ loopt van 31 maart tot en met 1 november 2024.

Meer info vind je op www.polderheemkring.be – boekingen kunnen gebeuren via boekingenpoldermuseum@gmail.com Op www.poldermuseum-lillo.be vind je de openingstijden van het museum.

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *