Foto: Indaver
STABROEK/HAVEN – De Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) heeft een uitgebreider bodemonderzoek gevraagd in en rond de site van afvalverwerkingsbedrijf Indaver. Dat blijkt uit documenten die onze redactie kon inzien. OVAM vraagt om bijkomend onderzoek, omdat er in bepaalde gebieden te hoge PFAS-waarden zijn.
In mei werd bekend dat een veeteeltbedrijf in Stabroek haar productie moest stilleggen, omdat enkele koeien te hoge PFAS-waarden hadden. In dezelfde periode stapten milieubeweging Climaxi en buurtbewoners naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen met klachten tegen enkele vergunningen die Indaver had verkregen.
Indaver is verantwoordelijk voor de vernietiging van PFAS-houdende afvalstoffen, afkomstig van onder andere 3M en het Nederlandse bedrijf Chemours. De Vlaamse overheid verleende een vergunning voor de waterzuiveringsinstallatie van het bedrijf en een lozingsvergunning voor PFAS aan stortplaats De Hooge Maey. Daarnaast beschikt Indaver over drie afvalverbrandingsovens die PFAS-afvalstoffen verbranden.
Bodemonderzoek OVAM
Het stilgelegde veeteeltbedrijf en de klachten tegen Indaver riepen veel vragen op. In mei liet het bedrijf weten dat er, in samenwerking met OVAM, een bodemonderzoek liep. Begin deze week organiseerde Climaxi nog een infoavond over PFAS, nadat ze de resultaten van dat onderzoek had ontvangen.
“Daaruit blijkt dat de vervuiling rond Indaver zwart-op-wit bewezen is. Het grondwater onder De Hooge Maey en de afvalverbrandingsoven is sterk vervuild met PFAS,” aldus Climaxi. Volgens de milieubeweging gaat het om concentraties van 5.100.000 ng/l, terwijl de norm die Vlaanderen hanteert 100 ng/l is.
“Het rapport stelt dat de hoogste prioriteit ligt bij het opstellen van een saneringsplan voor de omliggende landbouwgrond in de Ettenhovense Polder. In dit gebied zijn zowel de bodem, het grondwater, de waterbodem als het oppervlaktewater vervuild. Indaver is echter niet de enige bron van vervuiling.”
Uitgebreider onderzoek
Onze redactie kon het besluit van OVAM inzien, waarin wordt geconcludeerd dat “het beschrijvend bodemonderzoek niet conform de standaardprocedure werd uitgevoerd”. Daarom vraagt OVAM om een uitgebreider onderzoek op de site van Indaver.
“De PFAS-waarden in bepaalde delen van de grond liggen hoger dan de geldende bodemsaneringsnormen. Er moeten nog meer bodemstalen worden genomen bij nabijgelegen woningen met moestuinen, omdat daar de menselijke blootstelling aan verontreiniging relevant is.”
Ook in de omliggende landbouwgebieden is een te hoge PFAS-concentratie gemeten. “Om een correcte inschatting te maken van alle mogelijke risico’s, moet het landbouwgebruik tot in detail in kaart worden gebracht: welke gewassen worden er geteeld of welke dieren grazen op die gronden. Daarnaast moeten een aantal representatieve gewassen getest worden op PFAS.”
De bodemonderzoeksdeskundige heeft tot 1 december de tijd om met een nieuw rapport bij OVAM te komen. Het zal dus wachten zijn tot begin december voordat er meer duidelijkheid komt. Het gemeentebestuur van Stabroek laat weten dat ze de vinger aan de pols houdt en in contact staat met Indaver en OVAM.
Onderzoek van Indaver
Indaver ligt binnen een straal van 10 kilometer van het 3M-bedrijf in Zwijndrecht en bevindt zich dus in het risicogebied. Het bedrijf liet in 2022 en 2023 zelf een bodemonderzoek uitvoeren. Daaruit bleek dat er geen negatieve gezondheidseffecten waren door blootstelling aan PFAS via de omgevingslucht.
“Die conclusie is getrokken op basis van een meetpunt op de site Aertssen, die zich op een aanzienlijke afstand van de site van Indaver bevindt. Het zegt dus niets over de chronische blootstelling van de mens binnen het gebied dat ligt tussen Aertssen en Indaver,” aldus OVAM.
Joppe De Hert