Kafka slaat toe in Zandvliet



Eline op de foto ter gelegenheid van haar communie


Dochtertje van Marc en Dora van café De Spreeuw, mag twee maanden
niet op schoolbus naar Buitengewoon Onderwijs in Wuustwezel.

Franz Kafka was, zoals onze lezers weten, een schrijver die  onmogelijke toestanden in administratie en instellingen aan de kaak stelde. In Zandvliet  kreeg het echtpaar Marc en Dora Mariën, uitbaters van café De
Spreeuw, met zo’n toestand te maken. Hun 10-jarig dochtertje Eline, die Buitengewoon Onderwijs volgt in Wuustwezel, moest na de grote vakantie tot 29 oktober (dus twee maanden) wachten alvorens  ze met de schoolbus mee mag rijden. Toppunt is dat deze schoolbus iedere dag, ’s morgens en ’s avonds voorbij de woonplaats van het echtpaar komt aan de De Keyserhoeve in Zandvliet. 
Een of andere idiote regel van de overheid (waaraan de school niets kan verhelpen) verbiedt het kind echter mee te rijden en op of af te stappen aan de halteplaats op de vlakbij gelegen Botermarkt.


Iedere dag over en weer met eigen auto

‘Ik heb Eline al twee jaar iedere dag met mijn auto naar Wuustwezel gebracht en ze ’s avonds ook opgehaald’, begint vader Marc  Mariën zijn verhaal. ‘Nu het slecht gaat in de horeca, moet mijn vrouw Dora echter gaan werken en houdt ik het café open. Daardoor kan ik  Eline alleen nog maar ’s morgens wegdoen, maar ze niet meer afhalen. Ik heb mij al naar alle mogelijke instanties gewend, maar er is niets aan te doen. Een of andere regel uitgaand van het ministerie van Onderwijs, zegt dat Eline naar een school moet gaan die dichterbij is gelegen, maar dat kan niet want in Wuustwezel is ze thuis, heeft ze haar klasgenoten en is ze vertrouwd met de omgeving. Door het feit dat ze daar blijft kan ze echter de eerste twee maanden van het schooljaar niet met de schoolbus meerijden. Moesten we bij voorbeeld naar Stabroek verhuizen, dan kan dat wel. Kunt ge U zo’n gekke toestand inbeelden?’

Café gaat desnoods dicht
Marc is in alle staten. Hij is van plan niet toe te geven. ‘Desnoods sluit ik mijn café’, zegt hij. ‘Maar ik doe vooraf een laatste oproep naar de overheid om een einde te maken aan deze Kafkaiaanse toestand. De bus hoeft niet voor mijn deur te stoppen. Ik vraag alleen dat ons dochtertje minstens ’s avonds zou kunnen meerijden. ’s Morgens wil ik haar desnoods blijven wegdoen ook al kost mij dat 64 km weg en weer naar Wuustwezel en verloren tijd. Ik hoop dat “ze” deze oproep in ’t Polderke lezen en een regeling treffen.’ (sdl)


DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *