Stabroek – Om meer betrouwbare info te verkrijgen over het gemeten fijnstof in de poldergemeente verhuist de Vlaamse Milieumaatschappij zijn meter van de campus van het Provinciaal Instituut voor Technisch Onderwijs (Pito) naar het korfbalterrein aan de Abelenlaan in Hoevenen.
De VMM meet al enkele jaren het fijnstof in Stabroek. Uit die meetresultaten bleek dat de gemeente slecht scoort. De resultaten zijn zo slecht dat je ze kan vergelijken met gemeentes uit het Scheldebekken en de beruchte Gentse kanaalzone. De toegelaten overschrijdingsdagen van de uitstootpieken per jaar waren in Stabroek eind mei al behaald.
Jan Lion trok aan de alarmbel en zette hij probleem op de agenda van de gemeenteraad. Dat bleef niet zonder resultaat. De jongste gemeenteraad keurde de verplaatsing van de fijnstofmeter goed. Die verhuist nu naar het terrein van de korfbalploeg aan de Abelenlaan in Hoevenen. De fijnstofmeter vond in eerste instantie zijn weg naar de campus van Pito, omdat de gemeente in Hoevenen geen geschikte plek vond en omdat op het Pito al langer een meetstation staat. De fijnstofmeter werd er gewoon bijgezet.
Koen Toté van het VMM, afdeling Lucht, Milieu en Communicatie, wijst erop dat zijn diensten de gemeente Stabroek er al vanaf het begin op gewezen hebben, dat Pito geen geschikte meetplek was voor fijnstof.
De landbouwactiviteiten van het Pito zijn volgens de VMM de oorzaak van de te hoge meetwaarden aan fijnstof. De resultaten zijn dus niet representatief voor de ruime omgeving. Ze worden te sterk beïnvloed door lokaal opwaaiend stof veroorzaakt door schoolactiviteiten”, concludeert Koen Toté. “Ook verschillende windsnelheden beïnvloeden de resultaten niet. In Stabroek meten we sedert kort ook de black carbon, dat is roet veroorzaakt door verbrandingsprocessen. Die waarden zijn niet verhoogd, ook niet tijdens fijnstofpieken”, stelt de woordvoerder van VMM vast. Meetresultaten: www.vmm.be/lucht
