Herdenking Wapenstilstand te Stabroek


 

Op 11 november werd aan het oorlogsmonument in Stabroek een plechtigheid gehouden ter nagedachtenis van de overlevenden van de ‘De Groote Oorlog’ van 1914-1918. In de Sint Catharinakerk werd een eucharistieviering gehouden, voorgegaan door deken J. Barzin.  Nadien werden bloemenkransen neergelegd aan het oorlogsmonument. “De namen van alle mensen op dit monument zijn gekend. Hun families, vrienden, kennissen kennen hun trieste lot. Achter iedere naam schuilt een verhaal dat veel te vroeg eindigde”, aldus burgemeester Rik Frans. Burgemeester Frans sloot de herdenking aan het monument af met het gedicht “For the Fallen” van Laurence Binyon – Ode of Remembrance. De Koninklijke Fanfare Verbroedering luisterde de plechtigheid op, terwijl de Vrijwillige Brandweer van Stabroek met de jongeren van de jeugdopleiding, een eresaluut brachten.
In zaal Moorland werd een receptie aangeboden. In zijn toespraak vroeg Rik Frans om even stil te staan bij beide oorlogen, met de verschrikkelijke gevolgen ervan. Vernieling, vluchten, hongersnood…. “De generaties zonder oorlog hebben geen besef meer van wat “tekort hebben” is. Zij staan te weinig stil bij de welvaart die we vandaag kennen en die als vanzelfsprekend wordt ervaren”, zegt Frans.
Boeken kunnen helpen om de herinneringen aan de oorlogen levend te houden. De burgemeester verwees naar het boek “Elke dag angst” van Peter Serrien. Hierin beschrijft Serrien uitvoerig de terreur van de V-bommen op België. Hij besteedt een passage aan de V-bommen die in Hoevenen neervielen aan de hand van de getuigenis van Leontine Van Roost.
Zij was persoonlijk aanwezig op de herdenking en las uit het boek voor over wat zij meegemaakt had op 2 december 1944. Hierna lees je een korte samenvatting van haar getuigenis “V-bommen in Hoevenen”
Toen we bevrijd waren, leefde iedereen in een soort bevrijdingsroes en elkeen was van mening dat voor ons de oorlog voorbij was. Maar dat was nog maar eens een misrekening. De Duitsers hadden immers, iets dat ze al eerder voorspeld hadden, een geheim wapen achter de hand, de gevreesde V¬1’s en V-2’s. Op 13 oktober 1944 viel de eerste V2 in Antwerpen. Maar in Hoevenen werd 2 december van dat jaar een dag om nooit te vergeten. Toen viel er kort na de middag een V2 midden in het dorp, in den draai (zeiden de mensen toen), aan het begin van de Hoge weg en slechts een 50-tal meter van ons huis vandaan. Het projectiel kwam terecht op vijf kleine werkmanswoningen en er waren vijf doden en verscheidene gekwetsten.
Ik stond toen het gebeurde achter de toog met een Engelse soldaat te praten die al eens meer bij ons in het café was geweest, en die voor de toog stond. Plots begonnen de ruiten te trillen en Jack, zo heette hij, stak onmiddellijk zijn hand uit over de toog en duwde op mijn hoofd dat ik moest neer vallen. Daarna viel hijzelf ook neer. Nog geen paar seconden later volgde een oorverdovende ontploffing, bij ons al de deuren en ramen eruit en de bierglazen die netjes op de schabben stonden, kreeg ik allemaal over me heen. Maar ik wil er liever niet aan denken wat er zou gebeurd zijn, als ik was blijven recht staan, dan had ik alles in mijn gezicht gekregen en had ik er misschien voor heel mijn leven littekens aan over gehouden. Jack was mijn redder en mijn ouders waren hem daar heel dankbaar voor.

Het ergste van al vond ik toen ik na de ontploffing de straat op liep, de geweldige stofwolk, en de enorme ravage die de bom had aangericht. Ik zag geburen rond lopen die ik nauwelijks herkende. Hun gezicht zag zwart van het stof, maar dat zwart mengde zich met de rode kleur van bloed. In februari viel er ’s nachts, bijna op dezelfde plaats, een V1, die richtte alleen maar stoffelijke schade aan. Het enige wat heel de tijd overeind was gebleven, was het Heilig Hartbeeld dat nu aan het pleintje staat aan het begin van de Molenstraat, maar toen stond dat waar nu het Frans Oomsplein is. Na de twee bominslagen vlakbij, was het nog volledig intact en veel mensen noemden dat een mirakel. Op 8 mei 1945 gaf Duitsland zich onvoorwaardelijk over en was die vreselijke oorlog eindelijk voorbij. Het einde van de oorlog werd overal in de wereld uitbundig gevierd, zo ook bij ons. Daarna kon men beginnen aan de wederopbouw van alles wat vernield was en dat was enorm. Ons café werd vakkundig terug hersteld, alhoewel de voorgevel er nu helemaal anders uitziet dan toen het pas gebouwd was.Ik vond het toen veel mooier, met een balkon en in de zomer overal aan de vensters stenen bloembakken vol bloemen. Dat is in de loop der jaren spijtig genoeg allemaal verdwenen.
Leontine

 
 

DEEL DIT ARTIKEL

Facebook
Twitter
LinkedIn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *